Even wat weetjes over valken!

VALKERIJ

JAGEN EN OVERLASTBESTRIJDING

Roofvogelsinaktie.nl

Geschiedenis van de valkerij

Valkeniersmaterialen en -technieken

Valkenierstermen

Soorten roofvogels

Verzorgen van roofvogels

Trainen van roofvogels

Jacht en overlastbestrijding

Weetjes en video’s

Websites

Contact

Jagen en overlastbestrijding met roofvogels mag in Nederland alleen door een valkenier of havikier. Om valkenier/havikier te worden moet men aan verschillende voorwaarden voldoen:

– geslaagd zijn voor het landelijk (theoretisch) jachtexamen

– een goedgekeurde stageperiode bij twee verschillende valkeniers die geen familie zijn (elke stage één jaar; alleen stages met havik of slechtvalk zijn geldig (minimaal één stage met havik))

– een goedgekeurd verslag van de informatieve bijeenkomsten die door de valkeniersverenigingen worden georganiseerd

– een goedgekeurd verslag van minimaal 10 jachtdagen.

– binnenkort moet ook een speciaal valkeniersexamen afgelegd worden.

Ondanks deze zeer strenge voorwaarden worden in Nederland door het ministerie elk jaar maar 200 zogenaamde “valkeniersaktes” afgegeven.

Jacht en overlastbestrijding mag in Nederland alleen met de slechtvalk (Falco peregrinus) en de havik (Accipiter gentilis). Men moet dan wel in het bezit zijn van en valkeniersaktie en schriftelijke toestemming hebben van de grondgebruiker. Toestemming kan (i.t.t. voor de geweerjacht) ook verkregen worden voor kleine terreinen.

Gejaagd mag worden op konijnen, houtduiven, fazanten, eenden en hazen.

Voor overlastbestreiding gelden speciale regels (die regelmatig veranderen).

\Wilt u roofvogels inzetten om overlast te bestrijden, neem dan contact met ons op.

Jacht

Voor het jagen met roofvogels zijn verschillende methoden in gebruik.

Bij de “lage vlucht” worden roofvogels door de valkenier in het veld meegedragen en bij het zien van een geschikte prooi losgelaten. Alleen als de roofvogel in de juiste jachtstemming is (“yarak”) en behendig en snel genoeg is, kan deze de prooi bemachtigen (“slaan”). Voor deze vorm van jacht wordt meestal een havik en soms een valk gebruikt. We noemen deze jachtvorm “voor de voet jagen”

Soms worden fretten gebruikt om konijnen uit hun holen (bouw) te jagen. Als het konijn “springt” wordt de jachtvogel “gelost” waarna de achtervolging wordt ingezet.

Bij de “hoge vlucht” wordt veerwild meestal door een staande jachthond opgespoord. De roofvogel (altijd een valk) wordt dan losgelaten. Een goede jacht valk zal dan spiraalsgewijs omhoog vliegen en daar blijven wachten (“aanwachten”). Vervolgens wordt de prooi opgejaagd en duikt de valk naar beneden en probeert de prooi te “slaan”.

Overlastbestrijding

Als wilde dieren grote economische schade aanrichten zijn volgend de flora- en faunawet maatregelen toegestaan. Sommige soorten moeten altijd met rust gelaten worden maar andere mogen worden “geweerd” of “verjaagd” en weer andere mogen actief worden bestreden.

Het onder controle brengen van een plaag door valkeniers gebeurt meestal door verjaging. Jagende haviken, maar vooral jagende valken, kunnen vogels de stuipen op het lijf jagen. Roofvogels die niet jagen (stil zitten) trekken vaak juist vogels (vooral kraaiachtigen) aan. De vogels willen dan meestal de roofvogel juist wegjagen.

Voor verjaging in een bepaald gebied moet er regelmatig gevlogen worden. Vogels leren zo snel dat ze in een bepaald gebied beter kunnen wegblijven.