Tilduiven Den haag de liefhebbers zijn vooral in Den Haag en omstreken te vinden. Over het algemeen zijn haagse tilduif houders mannen en de gemiddelde leeftijd is hoog. Hoewel we proberen om meer ‘jongeren onder de veertig’ te interesseren voor hun hobby. De leeftijd is hoog hoewel er toch nog wel enkele jongeren zijn die ook met de tilduiven sport zijn begonnen.

Tilduivenbond Ons Belang heeft 350 leden en de Tilduivenbond speelt een belangrijke rol bij contacten, organiseert clubavonden, bemiddelt bij onenigheid met woningbouwverenigingen of andere partijen. Verder helpt hij met het aanvragen van vergunningen.Ook legt de Tilduivenbond huisbezoeken af voor de controle van duiventillen en of er goed voor de dieren wordt gezorgd.

Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed Nederland

Inhoudsopgave

Mede door Tilduivenbondonsbelang.nl staat de Haagse Tilduivensport op de lijst van Cultureel Erfgoed van Nederland.

Lees Meer>>>

Duiventil en tilduiven filmpjes

Filmpjes van Tilduiven uit Den Haag en omgeving, heeft u ook een leuke filmpje van je tilduiven? stuur dan een email naar:
info@tilduivenbondonsbelang.nl

Heb je ook een leuke film van je tilduiven stuur dan een email naar: info@tilduivenbondonsbelang.nl

Tilduiven Den Haag al eeuwenlang

Eeuwenlang werd er in de duinen rondom Den Haag gejaagd door de adel. Waarschijnlijk werd er ook op tilduiven gejaagd, vooral met valken. Pas vanaf de Napoleontische tijd mochten burgers duiven houden. Sinds die tijd is, vooral in Den Haag, de hobby van de tilduiven opgekomen. Het is niet duidelijk waarom de tilduivensport vooral daar zo populair werd. Feit is dat de Tilduiven bond Ons Belang al in 1920 opgericht is en in 1926 bij Koninklijk Besluit werd goedgekeurd. In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw waren er circa tweeduizend tilduiven liefhebbers.

Tilduiven Den Haag in de oorlog

De Tweede Wereldoorlog was het houden van tilduiven verboden, maar veel liefhebbers verstopten hun duiven op balkons, zolders en in schuurtjes. Na de oorlog waren de overgebleven duiven veel geld waard. Door fokken liep het aantal snel op, zodat de prijzen weer omlaag gingen. Tussen 1950 en 1970 was de tilduiven sport op zijn hoogtepunt, naar schatting lag het aantal tilduiven liefhebbers toen rond de vijfduizend. In de jaren daarna is dit aantal afgenomen. De regelgeving rondom duiventillen werd ook steeds strenger. In de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw liep het aantal tilduiven liefhebbers drastisch terug tot het dieptepunt in 2008, toen Ons Belang 139 leden had. Inmiddels is dat aantal weer iets toegenomen.

Tilduivenbond ons belang heeft +/-350 leden

Duiven

Tilduiven, Duiven: (Columbidae) vormen een familie van meestal middelgrote, compact gebouwde vogels met volle, ronde borst en kleine kop. Ze hebben een snelle, meestal rechtlijnige vlucht. Ze kunnen in tegenstelling tot andere vogels water met de snavel opzuigen. De jonge duiven worden met duivenmelk uit de krop gevoerd. Het mannetje heet doffer en het vrouwtje wordt duivin of gewoon tilduiven genoemd.

Jongen tilduiven Den Haag

Tilduiven broeden zo’n zestien tot twintig dagen in een eenvoudig, wat rommelig gemaakt nest. Als de jongen geboren worden zijn ze blind en bedekt met dun geel dons. Na drie à zes dagen gaan de oogjes van de jongen open en na elf dagen krijgen de jongen veren. De moeder stopt het voederen na ongeveer zestien dagen, dan eet het jong zelf. Na 25 dagen kan het jong vliegen.

Gebruik door de mens

Duiven worden al lang gehouden door de mens; als pluimvee, om ze (in duiventillen) vet te mesten en op te eten, als sierduif en vooral ook als postduif vanwege hun fenomenale oriëntatievermogen. Al in de vijfde dynastie van het oude Egypte (2500-2350 v.Chr.) waren er tamme duiven. Hiervan zijn tekeningen gevonden in een graf uit die periode.

In vroeger jaren kende men onder het ancien régime het Duiven recht. Alleen de adel en de geestelijkheid was het recht voorbehouden om duiven te houden.

In de Tachtigjarige Oorlog werd de tilduiven al gebruikt om berichten over te brengen vanuit belegerde steden. In de Eerste Wereldoorlog gebruikten zowel het Duitse leger als de geallieerden postduiven.

Tijdens de Olympische Zomerspelen van 1900 in Parijs stond het afschieten van levende duiven op het programma. Er werden bij dit onderdeel ongeveer 300 vogels gedood. Het onderdeel werd daarna geschrapt. De vogels werden op de Olympische Zomerspelen van 1912 in Stockholm vervangen door kleiduiven.

Houtduiven zijn soms te koop bij de poelier. Ook wordt soep gemaakt van de tilduiven.

Soorten

In België en Nederland komt een aantal duiven soorten voor, waarvan sommige zich sterk aan de mens hebben aangepast. De rotsduif bijvoorbeeld is een voorouder van de tamme stadsduif die overal in de grote steden aangetroffen kan worden, volgens sommigen zelfs in te groten getale. Voor veel mensen is de stadsduif de tilduiven, maar een duif als de Turkse tortel of de houtduif komt ook zeer veel voor in Europa. In de tweede helft van januari 2010 is in Nederland, in Warga, voor het eerst één oosterse tortel gespot.

Duiventilprincipe

Het duiventilprincipe, duivenhokprincipe of ladenprincipe van Dirichlet is een principe in de wiskunde
Lees Meer>>>

Tilduiven Den Haag

Duiven

Duiven (Columbidae) vormen een familie van meestal middelgrote, compact gebouwde vogels met volle, ronde borst en kleine kop. Ze hebben een snelle, meestal rechtlijnige vlucht. Ze kunnen in tegenstelling tot andere vogels water met de snavel opzuigen. De jonge duiven worden met duivenmelk uit de krop gevoerd. Het mannetje heet doffer en het vrouwtje wordt duivin of gewoon duif genoemd.

Jongen

Een duif broedt zo’n zestien tot twintig dagen in een eenvoudig, wat rommelig gemaakt nest. Als de jongen geboren worden zijn ze blind en bedekt met dun geel dons. Na drie à zes dagen gaan de oogjes van de jongen open en na elf dagen krijgen de jongen veren. De moeder stopt het voederen na ongeveer zestien dagen, dan eet het jong zelf. Na 25 dagen kan het jong vliegen.

Gebruik door de mens

Duiven worden al lang gehouden door de mens; als pluimvee, om ze (in duiventillen) vet te mesten en op te eten, als sierduif en vooral ook als postduif vanwege hun fenomenale oriëntatievermogen. Al in de vijfde dynastie van het oude Egypte (2500-2350 v.Chr.) waren er tamme duiven. Hiervan zijn tekeningen gevonden in een graf uit die periode.

In vroeger jaren kende men onder het ancien régime het Duivenrecht. Alleen de adel en de geestelijkheid was het recht voorbehouden om duiven te houden.

In de Tachtigjarige Oorlog werd de duif al gebruikt om berichten over te brengen vanuit belegerde steden. In de Eerste Wereldoorlog gebruikten zowel het Duitse leger als de geallieerden postduiven.

Tijdens de Olympische Zomerspelen van 1900 in Parijs stond het afschieten van levende duiven op het programma. Er werden bij dit onderdeel ongeveer 300 vogels gedood. Het onderdeel werd daarna geschrapt. De vogels werden op de Olympische Zomerspelen van 1912 in Stockholm vervangen door kleiduiven.

Houtduiven zijn soms te koop bij de poelier. Ook wordt soep gemaakt van de duif.[1]

Symboliek

De duif staat symbool voor verschillende dingen:

Soorten

In België en Nederland komt een aantal duivensoorten voor, waarvan sommige zich sterk aan de mens hebben aangepast. De rotsduif bijvoorbeeld is een voorouder van de tamme stadsduif die overal in de grote steden aangetroffen kan worden, volgens sommigen zelfs in te groten getale. Voor veel mensen is de stadsduif de duif, maar een duif als de Turkse tortel of de houtduif komt ook zeer veel voor in Europa. In de tweede helft van januari 2010 is in Nederland, in Warga, voor het eerst één oosterse tortel gespot.[3]

Taxonomie

De volgende geslachten zijn bij de familie ingedeeld:[4]

  • Alectroenas Gray, GR, 1840
  • Alopecoenas Sharpe, 1899 (“patrijsduiven”)
  • Caloenas Gray, GR, 1840
  • Chalcophaps Gould, 1843
  • Claravis Oberholser, 1899
  • Columba Linnaeus, 1758 (geslacht met 35 soorten waaronder houtduif)
  • Columbina von Spix, 1825
  • Cryptophaps Salvadori, 1893
  • Didunculus Peale, 1848
  • Drepanoptila Bonaparte, 1855 (een jufferduif)
  • Ducula Hodgson, 1836 (“Muskaatduiven”)
  • Gallicolumba Heck, 1849
  • Geopelia Swainson, 1837 (“zebraduiven”)
  • Geophaps Gray, GR, 1842
  • Geotrygon Gosse, 1847 (“kwartelduiven”)
  • Goura Stephens, 1819
  • Gymnophaps Salvadori, 1874
  • Hemiphaga Bonaparte, 1854
  • Henicophaps Gray, GR, 1862
  • Leptotila Swainson, 1837
  • Leptotrygon Banks, Weckstein, Remsen & Johnson, KP, 2013
  • Leucosarcia Gould, 1843
  • Lopholaimus Gould, 1841
  • Macropygia Swainson, 1837 (“koekoeksduiven”)
  • Metriopelia Bonaparte, 1855
  • Nesoenas Salvadori, 1893
  • Ocyphaps Gray, GR, 1842
  • Oena Swainson, 1837
  • Otidiphaps Gould, 1870
  • Patagioenas Reichenbach, 1853
  • Petrophassa Gould, 1841
  • Phapitreron Bonaparte, 1854
  • Phaps Selby, 1835
  • Ptilinopus Swainson, 1825 (“jufferduiven”)
  • Reinwardtoena Bonaparte, 1854
  • Spilopelia Sundevall, 1873 (“tortelduiven”)
  • Starnoenas Bonaparte, 1838
  • Streptopelia Bonaparte, 1855 (“tortelduiven”)
  • Treron Vieillot, 1816 (“papegaaiduiven”)
  • Trugon Gray, GR, 1849
  • Turacoena Bonaparte, 1854
  • Turtur Boddaert, 1783
  • Uropelia Bonaparte, 1855
  • Zenaida Bonaparte, 1838 (“treurduiven”)
  • Zentrygon Banks, Weckstein, Remsen & Johnson, KP, 2013 (“kwartelduiven”)

Zie ook: