Duivenziekte begrippen

  • Bericht auteur:
  • Bericht gepubliceerd op:21 november 2018
  • Berichtcategorie:informatie

Duivenziekte begrippen ziekteverwekkers en behandelmogelijkheden

Lange Nagels

Inhoudsopgave

Duivenziekte begrippen

 

 

 

 

 

 

 

Bij sommige sierduiven komt het voor dat de nagels te lang worden. Ze kunnen dan minder goed staan en soms niet meer over de grond lopen. Controle van de duiven is daarom noodzakelijk. Als de nagels te lang zijn,moeten ze geknipt worden. Knip ze niet korter dan ongeveer 1cm, omdat in dit gedeelte van de nagel is waarin de bloedvaten en zenuwen zitten.


Duivenziekte begrippen ziekteverwekkers
en behandelmogelijkheden:

Gebrekziekte

Een dier met ‘gebreksziekte’ is niet ziek, maar heeft gebrek aan maagkiezel, vitaminen of mineralen. De oplossing is het opheffen van het tekort.

Ectoparasieten

Bij de duif komen een aantal parasieten voor die zich op de huid en tussen de veren van de duif op hun gemak voelen. Het schadelijke effect van dit ongedierte wisselt per soort en is ook niet altijd even duidelijk.
Wat ze in ieder geval onder de duiven teweeg brengen is onrust. De duiven moeten regelmatig worden gecontroleerd.
Enkele veel voorkomende parasieten zijn de lange veerluis, de kleine veerluis en de schachtmijt. De lange veerluis zit tussen de vlaggen van de veren en wordt vooral gevonden als de duif een ziekte onder de leden heeft. De kleine veerluis wordt vooral op de rug,de nek en op de stuit gevonden. Deze luis zuigt geen bloed zoals wel werd aangenomen. De schachtmijten zitten tegen de schacht van de veer waardoor de veren kunnen uitvallen.
Deze parasieten worden bestreden met een insectenspray.

Endoparasieten

Dit zijn darmwormen. De dierenarts heeft middelen tegen deze wormen.

Protozoën

Duivenziekte

Dit zijn dierlijke ééncellige wezens. Oudere dieren zijn er veel minder gevoelig voor.
Een snelle behandeling met een specifiek middel geeft meestal een goed resultaat . De dierenarts heeft deze middelen.
De levenscyclus van deze protozoën verloopt via de mest deels buiten het lichaam, waar de ontwikkeling stormachtig is onder warme en vochtige omstandigheden.

Bacterieziekten

Deze ziekteverwekkers zijn veel kleiner dan de protozoën en veroorzaken altijd een ontsteking als ze als ziekteverwekker optreden.
De dierenarts heeft goede antibiotica.

Virusziekten

Virussen zijn nog weer veel kleiner en richten zich vaak op specifieke delen van het lichaam. Tegen virussen bestaan geen geneesmiddelen. Hier helpt alleen preventief vaccineren waardoor op kunstmatige wijze met dode virussen een natuurlijk afweermechanisme wordt ontwikkeld.
Het lichaam heeft enige weken nodig om de immuniteit op te bouwen.

Duivenziekte lusteloos

Duivenziektes begrippen ziekteverwekkers en behandelmogelijkheden

Een ziek dier vertoont vaak lusteloos gedrag, zondert zich af en eet meestal niet meer. Het is moeilijk de specifieke ziekte te herkennen, behalve als het uitwendige beschadigingen zijn. Soms is aan de houding van het dier of aan de aard en de kleur van de mest af te leiden om welke ziekte het gaat.
Zodra een dier afwijkend gedrag vertoont, wordt dit dier geïsoleerd van de andere dieren. Een ziek dier wordt vaak het doelwit van gezonde dieren en brengt de ziekte misschien ook op de andere dieren over.
Plaats dit dier in een apart hok met schoon water en voldoende voedsel. Belangrijk is ook om de bodembedekking schoon te houden.

Welke ziekte is het.

Duivenziekte begrippen ziekteverwekkers en behandelmogelijkheden

Bij de volgende ziekteverschijnselen is het belangrijk advies aan een dierenarts te vragen: slecht eten, bol zitten, vermageren, kale plekken, overmatig plukken en krabben, dunne en vreemd gekleurde uitwerpselen, lusteloosheid.

Virusziekten bij duiven zijn o.a. paramyxo, pokkendifterie en herpesvirus.

Paramyxo geeft vaak een waterige ontlasting en zenuwverlammingen zoals draaihalzen, ‘naast het voer pikken’, schrikachtigheid en een hoge sterfte.
Bij pokken hebben de duiven een ontsteking in de keel (difterie) of een lokale ‘pok’ aan de snavel, neuswrat of oogranden.
Bij herpes ontstaat vaak een ontsteking aan de voorste luchtwegen (besmettelijke snot) of aan de ogen (de zgn. vliesjesziekte).

De belangrijkste bacteriële ziekten bij duiven zijn: paratyfus en E-Coli infectie.

Paratyfus kan zich uiten in een acute vorm of in een chronische vorm. Bij een acute uitbraak zien we darmontstekingen met diarree. Bij de chronische vorm ontstaan dikke gewrichten, hersenaandoeningen (draaihalzen) en vermageren de dieren.
Een E-Coli infectie geeft ook diarree.

Trichomoniasis of ‘het geel’ en coccidiose worden veroorzaakt door organismen die behoren tot de ééncellige diertjes (protozoa). Het geel veroorzaakt een ontsteking in de keel en de krop met typische gele woekeringen.
Coccidiose veroorzaakt ontstekingen in de darmen en leidt tot diarree.

Ectoparasieten zijn niet levensbedreigend voor de duiven, maar geven wel veel ongemak en kunnen het verenkleed van de dieren beschadigen.

Duivenziekte begrippen ziekteverwekkers
en behandelmogelijkheden

Duivenziekte begrippen

Wat kun je zelf doen en wat moet je niet zelf doen

Het is raadzaam om bij een ervaren duivenmelker te informeren of bij een dierenarts gespecialiseerd in duiven als u zelf geen idee heeft wat de oorzaak zou kunnen zijn.
Een dierenarts kan meestal met een mest- en bloedonderzoek en een keeluitstrijkje de oorzaak van de ziekte van uw duif achterhalen en een behandeling instellen.
Bij dierenspeciaalzaken zijn middelen tegen ectoparasieten te koop.
Andere middelen tegen verschillende ziekten kunnen beter via of bij de dierenarts gekocht worden.
Vaccinaties moeten door een dierenarts worden uitgevoerd.
Verder moeten alle ingrepen bij een dier waarbij verdoving of narcose wenselijk is door een dierenarts uitgevoerd worden. Zelf dokteren betekent veel dierenleed en het is verboden.

Zie ook:

Duivendokter